Deportatie naar het front in Frankrijk

Chaussures du camp de Romagne

 

DWANGARBEID. Viktor S., landbouwer van 21 uit Nederhasselt, wordt in november 1916 opgepakt en tot februari 1918 gedeporteerd naar Frankrijk. Hij zit onder meer in de kampen van Romagne, Grand-Failly, Ecurey en Longyon. Elke dag opnieuw moet Viktor bomen vellen of stenen breken. Gelukkig is hij sterk genoeg en houdt hij die zware arbeid vol, wat niet voor al zijn kameraden het geval is.

VERBRAND DOOR HETE KOFFIE. Maar Viktor lijdt niet alleen onder het gebrek aan voedsel en hygiëne, hij moet ook keer op keer de vele beledigingen en aanvallen van de Duitse gevangenbewaarders doorstaan omdat hij weigert een arbeidscontract te ondertekenen. Zijn voet raakt zwaar verbrand als een Duits bewaker er hete koffie over giet.

“ZIEKTEVERLOF”. Door zijn brandwonde mag Viktor weer naar Nederhasselt, om zich daar te laten verzorgen. Na vier maanden goede zorg moet hij echter weer aan het werk. Ook als hij in februari 1918 uit deportatie terugkeert, heeft hij ziekenhuisverzorging nodig.

 

 

In 1917 brengen de Duitsers in Effry in Thiérache (departement Aisne) een veldhospitaal onder in een fabriek, waar ze alle zieke burgers en militairen onderbrengen. In totaal worden hier 1400 à 1600 personen opeengepakt. Op de militaire begraafplaats vlak bij de burgerbegraafplaats omringen nu de graven van de in gevangenschap omgekomen burgers de grafkelder met de stoffelijke overschotten van de 688 Belgische, Franse, Italiaanse, Russische en Roemeense gevangenen van 1917.

 

 

 

HET NOODLOT BLIJFT TOESLAAN. We schrijven 30 april 1918, ongeveer 10 uur ‘s avonds. Nicolas L., draadaanmaker van 29 woonachtig nabij het Franse Hautmont, probeert de Frans-Belgische grens over te steken. Een Duitse rijkspolitieagent sommeert hem om te blijven staan, maar hij neemt de vlucht. Daarop vuurt de rijkspolitieagent twee revolverschoten af en één daarvan treft hem in het linkerbeen. Ondanks zijn inspanningen om zijn vlucht voort te zetten, wordt hij ingehaald, verzorgd en naar een strafbataljon in Longwy gestuurd.

De wonde die hij tijdens zijn vlucht heeft opgelopen, is na zes weken verzorging genezen, maar Nicolas L. raakt opnieuw gewond tijdens zijn dwangarbeid in Réhon. Op 7 augustus 1918 wordt zijn rechterbeen verpletterd als een locomotief die kiepwagens trekt, ontspoort.

 

Toen ik in een strafcolonne in Longwy (Frankrijk) gewond raakte, werd ik verzorgd door de Moffen, als je dat al verzorgen kan noemen, en vervolgens, van de Wapenstilstand tot 7 februari 1919, door het Franse leger in Guéret (Creuse).

— Nicolas L.

 

 

DWANGARBEID VLAK BIJ HUIS. Jean-Baptiste M., landbouwknecht en 53 jaar oud, woont in Bosseval (Franse Ardennen). Hij wordt tot dwangarbeid veroordeeld, maar wordt echter niet ver van zijn huis gedeporteerd, namelijk naar de bossen in de buurt van Bosseval. Vanaf februari 1917 worden ook nog andere inwoners van het dorp hier aan het werk gezet. Door een vergiftiging die niet naar behoren wordt verzorgd, overlijdt Jean-Baptiste M. op 15 september 1918.

 

 

WERKWEIGERAARS OPSPOREN DOOR HUN FAMILIE TE VISEREN. Als de twintigjarige Octave D. in november 1916 wordt opgeroepen voor verplichte arbeid, vertrekt hij naar Sedan. Hij slaagt erin te ontsnappen en keert te voet terug naar Kruishoutem, waar hij onderduikt. Aangezien hij er ook van verdacht wordt, lid te zijn van het verzet, viseren de Duitsers in oktober 1916 zijn vader, Jules. Na heel wat bedreigingen en intimidatie om hem te dwingen tot bekentenissen over te gaan, zetten ze hem enkele dagen vast in de gevangenis van Deinze, zonder eten of drinken.

DE ZOON GEEFT ZICH OVER. Octave D. besluit daarop om zich over te geven aan de overheid, om een einde te maken aan de lijdensweg van zijn vader. Als hij hardnekkig weigert om taken te verrichten die zijn vaderland kunnen schaden, wordt Octave naar een strafkamp in Frankrijk gestuurd. Zijn vader, die diep door de feiten getroffen is, komt de emoties maar moeilijk te boven en vertoont na de gebeurtenissen de eerste tekenen van Parkinson.

HIJ WOU GEWOON EEN APPEL OPRAPEN ... Als Octave D. gevangen wordt genomen, krijgt hij zo goed als geen loon, wordt hij regelmatig mishandeld en wordt hij uitgehongerd. Als hij op de grond een appel ziet liggen, haast hij zich ernaartoe om hem op te rapen, maar de reactie van zijn gevangenbewaarders heeft hij niet verwacht. Van kortbij doorboort een kogel zijn beide benen. Op 17 augustus 1918 wordt hij ten slotte gerepatrieerd.

 

Een Duitse soldaat wierp een zeker aantal pakketten, die op een platform van een wagon waren gezet, van de trein. Maar één van de pakketten bleef hangen. De aanvrager wilde dat pakket losmaken, hij stapte op de trap en terwijl hij zich in allerlei bochten draaide om het pakket te bemachtigen , vertrok de trein zonder op voorhand  te verwittigen. De man viel op het spoor en zijn voet werd afgerukt.

 

 

TRAGEDIE OP HET SPOOR. Ghislain D. is 35 jaar en woont in Guignies, dicht bij Doornik. Hij is dakwerker, getrouwd en vader. Hij wordt opgeroepen om verplicht te gaan werken in een grindgroeve in de buurt van Valenciennes. Na een toegestaan verlof, keert hij op 19 maart 1918 in een Duitse militaire trein terug naar het werkkamp in Try Saint Léger.

Maar zijn terugkomst gaat niet zoals gepland. Ghislain valt tussen het spoor en de trein en zijn rechterbeen wordt verbrijzeld. Hij wordt naar het ziekenhuis in Valenciennes gebracht, waar de Duitse artsen zijn been amputeren tot op 20 cm van zijn heup. Ghislain herstelt nog tot 26 september 1918 in het ziekenhuis, daarna keert hij terug naar huis.

Op 28 augustus 1919 vraagt de man een schadeloosstelling aan en in januari 1923 wordt hij erkent als 65% invalide.

 

 

De uitspraak wordt deel van de jurispredentie, omdat het ongeval werd veroorzaakt door een trein, binnen het kader van de deportatie, zonder echter een direct verband te hebben met het werk uitgevoerd in de arbeiderskampen : “de rechtspraak heeft toegegeven dat een ongeval veroorzaakt door een Duitse of geallieerde automobiel recht geeft op een schadevergoeding. Het is dan ook gerechtvaardigd te vragen waarom een uitzondering zou gemaakt worden voor de spoorwegen en de trein die de aanvrager gedwongen was te nemen. Verder moet men een uitzonderlijke factor in rekening brengen : de deportatie.” (advokaat Fernand J.)

 

 

Andere verhalen