Actieve spionage

A Villers-Cotterêts, exécution d'un espion [debout, les yeux bandés devant le peloton], 1914

ONDERWIJZERES, APOTHEKERES EN SPIONNE. Christine V. is op 28 december 1884 in Diest geboren en ze woont in Antwerpen. Tijdens de oorlog woont heel haar familie in Frankrijk. Haar broers strijden aan het front. Ze is helemaal alleen in Antwerpen en blijft haar beroep als leerkracht middelbare school voortzetten. Tegelijkertijd probeert ze ook de apotheek van haar ouders open te houden. Op 3 maart 1917 wordt ze door de Duitsers gearresteerd.

 

Tot 17 maart wist niemand waar ik was. Mijn gezondheidstoestand liet toen zozeer te wensen over, dat ik wat langer op de binnenplaats mocht blijven.

 

 

Christine oefent niet alleen haar twee beroepsactiviteiten uit, ze helpt ook het verzet: ze deelt de clandestiene kranten Vrije Stem en La Libre Belgique uit, ze vertaalt het boek van Grimanty, “Zes maanden oorlog in België” en ze bezorgt spionagebriefwisseling en valse paspoorten. Op 3 maart 1917 houden Duitse politieagenten een huiszoeking bij haar thuis en ze nemen haar mee. Christine komt terecht in de Antwerpse gevangenis, in de Begijnenstraat.

 

 

GEVANGENISSEN EN KAMPEN. Op 3 mei wordt Christine veroordeeld tot een boete van 450 mark en twee maanden gevangenis. Ze wordt als ongewenste persoon naar Duitsland gedeporteerd. Op 3 augustus wordt ze geïnterneerd in het kamp van Holzminden. Op 17 december mag ze naar België terugkeren. Ze verblijft vier dagen in La Chartreuse in Luik en nog enkele dagen in de gevangenis van Antwerpen. Uiteindelijk wordt ze op 28 december vrijgelaten. 

ZIEK. Christine lijdt aan een chronische aandoening van de spijsverteringskanalen en kampt ook met neurasthenische stoornissen. Ze is genoodzaakt om haar baan als leerkracht op te geven. In 1917 wordt ze aan de pols geopereerd, maar doordat ze gearresteerd is, kan ze de behandeling niet voortzetten. Haar pols blijft stijf en ze heeft voortdurend, soms heel hevige, pijn.

 

 

EEN BEURSMAKELAAR IN WOELIGE WATERS. Eugène D. is op 11 januari 1872 geboren in Morlanwez. Hij woont in Ukkel, is beursmakelaar en hij is gehuwd met Gilda C. Hij maakt deel uit van een inlichtingendienst en rekruteert voor het front.

In 1917 wordt Eugène D. in Vilvoorde gearresteerd. Van 22 november 1917 tot 11 september 1918 wordt hij geïnterneerd in de gevangenis van Sint-Gillis (Brussel), Antwerpen en Vilvoorde. Hij wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar en tot vijftien jaar dwangarbeid, wegens spionage en pogingen om de grens over te steken. In werkelijkheid moet hij twee maanden lang lichte dwangarbeid verrichten, waarvoor hij geen loon ontvangt. Als hij weer vrijgelaten wordt, heeft hij hart- en maagproblemen. Acht maanden lang kan hij niet werken. Er wordt bepaald dat hij om politieke redenen gevangen werd genomen politique.

 

 

VAN DE ENE BELGISCHE GEVANGENIS NAAR DE ANDERE. Joseph B. is op 10 juli 1861 in Saint-Vincent geboren. Hij woont in Marbehan, is gehuwd en heeft vier kinderen en hij is touwslager van beroep. In maart 1918 wordt hij gearresteerd en veroordeeld wegens hulp en informatieverstrekking aan de vijand.

Sinds 15 februari 1918 werkt Joseph voor de Britse inlichtingendienst in bezet gebied: hij helpt bij het verzenden van brieven naar de legers, is in dienst van La Dame Blanche en fungeert als doorgeefluik. Op 21 maart 1918 wordt hij door 3 politieagenten van de Duitse geheime dienst gearresteerd en op 28 juni 1918 wordt hij door de Duitse Rechtbank van Luik veroordeeld.

 

 

De Duitsers nemen hem om 9 uur ‘s avonds mee naar de gevangenis van Neufchâteau. Vanaf 22 maart 1918 zit hij in de gevangenis van Saint-Léonard. Op 22 september wordt hij geïnterneerd in de gevangenis van Vilvoorde, tot de Wapenstilstand. Op 8 december van datzelfde jaar is hij weer bij zijn familie. 

 

 

 

DE SPOORWEGEN STAAN ONDER TOEZICHT. Timmerman Auguste V. wordt in 1863 in Sint-Gillis geboren. Heel discreet houdt hij de spoorwegen in de buurt van Brussel in de gaten voor de Engelse inlichtingendiensten. Als hij op 2 september 1915 aan de Limburgse grens in As wordt gearresteerd, wordt hij naar de gevangenis van Hasselt en dan die van Luik gebracht en nog later wordt hij gedeporteerd naar het kamp van Holzminden. In september 1917 wordt hij wegens zijn leeftijd (54 jaar) om medische redenen naar Zwitserland overgebracht. Na de oorlog wordt hij door de Britse regering onderscheiden voor bewezen diensten.

 

Andere verhalen